Baklava

Doe alle ingrediënten voor de vulling in een blender, mix met elkaar tot je tevreden bent met de structuur. Ik houd van een stukje hazelnoot waar ik nog op kan kauwen, daarom stop ik op tijd met mixen, zodat er nog wat stukjes noten in mijn baklava zitten.

Pak een bakvorm naar wens; ik heb een vorm gebruikt van 10×20 cm.

Zodra je filovellen volledig zijn ontdooid kun je ze makkelijk uitvouwen en bijsnijden naar de grootte van je bakvorm. Je gebuikt de ene helft van je pakje voor de bodem en de andere helft voor de bovenste laag, de vulling komt in het midden. Elke laag filo smeer je aan met gesmolten boter.

Maak zowel de filovellen als je vulling op, weggooien is zonde!

Snijd je baklava in gewenste stukjes met een vlijmscherp mes net voordat het in de oven gaat.

Je oven is voorverwarmd op 160°, check na de eerste 20 minuten hoe het gaat. Houd hierbij de ovenklep bij voorkeur gesloten! Als de bovenste laag donker begint te worden, bedek dan met een alufolie. Bij mij was het niet nodig.

Zet je timer nog eens voor 15 minuten aan, bij elkaar gaart zo’n baklava gedurende 35-40 minuten.

Maak ondertussen je siroop. Direct nadat je baklava uit de oven is, giet je de siroop over je baklava heen en laat je het in de koelkast staan tot de volgende dag.

Haal uit de vorm, plaats op een mooi bordje en je zult je vingers erbij aflikken. Zo lekker is het!